WLC B wint van Gardé A
Op vrijdag 14 februari togen we naar Soerendonk.
Het kostte nogal wat moeite om 2 avondteams bij elkaar te krijgen deze ronde, maar gelukkig was Bart Wintraeken bereid om te spelen, zodat we toch volledig konden aantreden. Hoewel Gardé net zoveel matchpunten had als wij, gingen we met niet al te veel verwachtingen op pad. Als zij met hun standaardteam zouden spelen, hadden zij een groot ratingoverwicht.
Bij het uitwisselen van de opstellingen bleek dat zij voor een tactische opstelling hadden gekozen: hun zwakste speler (Erwin Talpe) speelde op het eerste bord, terwijl hun sterkste spelers (Jan Broekhuis en Coen Winters) op 3 en 4 speelden. Bij ons was er in die zin een tactische opstelling dat we vooral gekeken hadden wie met welke kleur wilde spelen.
Na ruim 1 uur had Armin gewonnen op het 1e bord!
Door de taktische opstelling van de beide teamleiders had ik aan bord 1 de opponent met de laagste rating (die nog altijd een stuk hoger lag dan de hoogste in ons team), maar daaraan wen ik zo langzamerhand. Na 70 minuten was de partij afgelopen , en had ik voor de tweede keer op rij een belangrijk punt voor ons team kunnen bijdragen.
Kohlrausch,Armin (1640) – Talpe,Erwin (1708) [D66]
NBSB Bd 1 (5), 14.02.2020
[Tactische Analyse 2.20 (16s)]
Na een gewone opening (afgewezen damengambiet) ontstond de volgende positie op het bord, met licht voordeel voor wit. Moeielijk voorstelbaar, dat zwart 10 zetten later mat gaat.
15.Bd3
15…h6 16.Ne5 Nd7 17.f4 Nxe5 [17…f5]. Mijn opponent had tot dan toe bijna alle afruilmogelijkheden benut, waardoor mijn ontwikkelingsvoorsprong stapsgewijs groter werd, en ik had wel erg graag de f-lijn open gekregen, waarna zwart al veel minder staat.
18.fxe5 Rf8 [18…Qg5]
19.Qg4
Sterke dreiging met Tf6, maar ook De4 is niet mis.
[hier had ik ook even gekeken naar direkt Rf6: 19.Rf6 gxf6 20.Qg4+ Kh8 21.Qh4 Kg7 22.Rf1, maar ik gaf de voorkeur aan de damezet]
19…f5? [de beslissend fout. De betere lijn was 19…Qg5 20.Qe4 Qg6 21.Qxg6 fxg6 22.Bxg6 Bd7, maar dan hou ik wel een veel beter eindspel over]
20.exf6!+– Rxf6 [20…Qf7 21.Qg3 a5]
21.Rxf6 [ Met het idee Tcf1 en mat.]
21…Qxf6 22.Rf1 Qg5 23.Qf3 Qe7 [hier had ik gehoopt op Bd7, waarna zwart mat gaat op de onderste rij, na eerst Df7 schaak. Maar ook zo is het niet meer te houden]. 24.Qe4 g5 25.Qg6+
25…Qg7 en direct opgegeven, omdat het mat wordt na De8.
1–0
Op dat moment stond Bart beduidend slechter, Dennie stond ongeveer gelijk en Dannie stond zeker niet slechter. Stiekum begon ik in een gunstig resultaat (2-2) te geloven.
Dennie weerde zich uitstekend, bood (terecht) remise aan, maar Coen wilde doorspelen omdat hun team achterstond. In het eindspel met aan beide kanten alleen nog 5 pionnen ging het mis voor Dennie. Coen kon de oppositie pakken waarna Dennie hem de hand moest schudden. 1-1
Bart had er inmiddels, na de slechte opening, weer een echte partij van weten te maken en Dannie had inmiddels groot voordeel bereikt, waardoor er een sensatie in de lucht hing. Terwijl ik (Dannie) inmiddels een stuk voorstond en een eindspel van L+P+5 pionnen tegen L+5 pionnen had bereikt hoorde ik Armin zeggen: 2-1. Ik dacht even dat Bart verloren had en ik dit (gewonnen) eindspel dus moest gaan winnen, maar ik begreep dat Bart gewonnen had!! Zijn verslag:
Storm Hoeks (1767) – Bart Wintraeken (1549)
De opening was een niet juist uitgevoerde Steinitz verdediging in het Spaans, met als gevolg het verlies van mijn pion op e5. Hierna volgde een fase waarin ik zowel mijn overgebleven stukken probeerde te ontwikkelen en mijn koning in veiligheid probeerde te brengen. Het resultaat was een klein beetje druk op de koningsvleugel. Uit de computeranalyse bleek dat door zowel wit en zwart zeker niet de beste zetten waren gespeeld. Langzamerhand begon de tijd ook een rol te spelen, helemaal omdat de 40 zetten nog lang niet in zicht waren. Het spel kon nog alle kanten op, maar uiteindelijk was de druk van zwart op de koningsvleugel net voldoende. Een torenoffer zorgde dat zwart na 25 zetten toch enigszins onverwacht alles winnaar uit de bus kwam. In deze stelling speelde ik Txh2 en de volgende zet is het mat.
Op dat moment heb ik meteen remise aangeboden. Ik stond huizenhoog gewonnen, maar directe teamwinst gaat vóór.
Jan nam het remiseaanbod aan, waarmee de sensatie compleet was.
Dannie Beijk (1677) – Jan Broekhuis (1892)
In een doorgeschoven Franse opening stond na 17 zetten de volgende stelling op het bord:
Mijn plan was om mijn paarden op de velden c5 en d4 te krijgen en daarmee een druk in het centrum te creëren.
Er volgde 18. Lf8 Ke8; 19. Ld6 Ld7; 20. Pc5 Lc8; 21. Pd4 Kf7. Hiermee stonden mijn paarden op de gewenste velden en werd de druk op de a-lijn verhoogd: 22. b5 a5; 23. b4 b6; 24. Pc6(!)
Mijn idee was 24. ….. bxc5; 25. Pxd8 Ke8; 26. Pc6 cxb4; 27. Lxb4 a4; 28 La5 waarna ik de pion op a4 zou winnen.
Maar het liep anders: 24. ….. Pe7 ??; 25. Pxd8. Als zwart terugneemt met de Toren speel ik Lc7 en vallen de b en de a-pion of ik win kwaliteit. Daarom speelde zwart 25. ….. Ke8 met het idee dat er 2 stukken instaan; echter na: 26. Lxe7 bxc5; 27. Pc6 cxb4; 28. Lxb4 sta ik een stuk voor. Er werd nog gespeeld: 28. ….. a4; 29. La5 Th7; 30. Txa4 Tb7; 31. Tea1 Txb5; 32. Lb4 Txa4; 33. Txa4 Tb6; 34. Pd4 Kd7; 35. Ta7 Tb7; 36. Txb7 Lxb7; 37. f3 Lc8; 38. Kf2.
Dit was het moment dat Bart won en ik remise aanbied. Daarmee was de teamwinst zeker.
Gardé A – WLC B
Erwin Talpe (1708) – Armin Kohlrausch (1640) 0-1
Storm Hoeks (1767) – Bart Wintraeken (1549) 0-1
Jan Broekhuis (1892) – Dannie Beijk (1677) 0,5-0,5
Coen Winters (1797) – Dennie van Esch (1455) 1-0
Gemiddelde rating 1791 Gemiddelde rating 1580 1,5-2,5