Winst voor beide avondteams
Winst voor beide avondteams
WLC A – De Stukkenjagers D 4-0
Na de onnodige nederlaag in de 1e ronde was WLC A erop gebrand om een goed resultaat te boeken. Het duurde even, maar uiteindelijk werd er een regelmatige overwinning geboekt:
Zelf zeggen ze er het volgende over:
Jeroen Medema – Erik Dignum: Mijn tegenstander verklaarde na de partij dat hij niet goed wist hoe hij met mijn opening om moest gaan. Hij maakte het me inderdaad niet bepaald moeilijk en ik kreeg makkelijk een gelijke tot iets betere stelling. Toen hij een positionele fout maakte begon ik in mijn kansen te geloven, en de afwikkeling naar het eindspel was geheel in mijn voordeel. Weliswaar was het materieel nog geheel gelijk (beide KLP en 6 pionnen) maar ik had de pionnenmeerderheid op de damevleugel (en zijn meerderheid op de koningsvleugel was door een dubbelpion ‘waardeloos’), en hij de slechte loper en het slechte paard. Maar ook in het eindspel maakte m’n tegenstander het me eerder makkelijk dan moeilijk, en zo wist ik al met al redelijk eenvoudig de winst op te strijken. Overigens vond de rekenmachine in het middelspel nog een onmenselijke afwikkeling die ik totaal niet reëel achtte (en mijn tegenstander ook niet), die me niet meer dan remise zou hebben opgeleverd.
Guus Bollen – Guus Vermeulen: In de strijd der Guzen maakte de bezoekende zwartspeler een inschattingsfout in de opening. Mijn c5-pion, die hij zwak achtte, was in feite ijzersterk en belemmerde de ontwikkeling van de damevleugel geheel. Ook het teruggeven van de gambietpion schiep vervolgens niet genoeg lucht. Alle witte stukken stonden actief, en de zwarte passief. De vrijpion die al in een vroeg stadium de zesde rij had bereikt kon zonder moeite naar de overkant worden geloodst. Met dat in het vooruitzicht gaf Guus op.
Rudy Simons – Andries Delien: Mijn tegenstander maakte in de opening eigenlijk 1 catastrophale fout; in een stelling waarin het draaide om de zwarte velden ging hij zomaar wat stukken ruilen op e5 inclusief de zwartveldige loper; omdat mijn zwartveldige loper over bleef was ik daarna heer en meester op de zwarte velden hetgeen het begin van het einde bleek .
Jasper Krenning – Leo van Gelder: Eens maar weer ouwe-mannen-schaak zoals Gerard Welling dat wel eens noemt van stal gehaald. Ddat leverde voor mij niet per se problemen op, echter deed het ook niets richting mijn tegenstander. Waar ik na de analyse wederom aan herinnerd werd , was een plan vormen met de witte torens, dat deed ik te laat, waardoor alles in balans was. Later stond zwart nog wat beter zelfs , totdat zwart ging aanvallen .Mijn stukken goed kwamen te staan en ik lijnen vrij kreeg. De finale kon beginnen, maar duurde erg kort want ik kreeg zomaar een stuk cadeau.
WLC B – EGS A 2,5 – 1,5
Voor WLC B geldt dit seizoen dat elk resultaat meegenomen is.
Nadat in de 1e ronde slechts een kleine nederlaag geleden was kwam nu Goirle op bezoek. Zij hadden de 1e ronde het sterke HSC A verslagen, dus de verwachtingen waren niet hoog gespannen. Wij hadden een andere opstelling dan de vorige keer, wat tot een verrassende overwinning zorgde.
René Vink – Maarten de Wit (bord 4): In een leuke, open partij, met allerlei tactische verwikkelingen werd op een gegeven moment de druk voor Maarten te groot en kon René zijn reputatie als scoorder in het avondteam weer waarmaken: 1-0.
Thomas Langerwerf – Bart Plasmans (bord 3): Thomas was de debutant voor de avondcompetitie en boekte meteen een goed resultaat! Zijn relaas: Ik speelde op bord 3 met de zwarte stukken. Na zettenverwisseling kwamen we in een Najdorf verdediging terecht, maar voor de opening goed en wel afgerond was besloot mijn tegenstander een stuk te offeren:
Stelling 1
De stelling na 12… Pc5. Hier speelde mijn tegenstander het optimistische 13 Lxb5+. Het spel ging verder met 13… axb5 14 Pdxb5 Qb8. Op zich was dit geen slecht idee van mijn tegenstander, want na bijvoorbeeld een continuatie als 15 Pxd6 Lxd6 16 e5 0-0 17 Txd6 heeft hij drie gezonde verbonden vrijpionnen voor het stuk en wordt het toch spannend. Gelukkig had mijn opponent dit niet in de gaten en ging het spel verder met 15 Lxc5 dxc5 16 f5 0-0 17 fxe6. Zowel 16 e5 als 17 e5 waren sterkere zetten voor mijn tegenstander, en ik had op mijn beurt 16…Qe5 om 17 e5 te verhinderen gemist. Na deze uitwisseling waren mijn grootste problemen wel verdwenen en kon mijn extra stuk zich gaan laten gelden.
Nog een onnauwkeurigheid van mijn tegenstander later (hij stond toe dat ik mijn passieve loper op e7 kon ruilen tegen zijn actieve paard) kwam de volgende stelling op het bord:
Stelling 2
De stelling na 20 Txd6. Hier vond ik 20… La6 en na 21 Pb5 Lxb5 22 Dxb5 Pxe4 had mijn tegenstander nog maar 1 pion voor het paard, dat als enige lichte stuk de actie zou domineren voor de rest van de partij. Acht zetten later gaf mijn tegenstander op. (2-0)
Ton Brouwers – Pascal Graafmans (bord 2): Ton trof een sterke tegenstander. Na een boeiende partij werd uiteindelijk tot remise besloten (2,5 – 0,5)
Henny Wilbrink – Alex van Lanen (bord 1): Henny speelde een sterke partij, bouwde een mooie stelling op, stond goed tot zeer goed, maar zag na een foute 24e zet alle voordeel als sneeuw voor de zon verdwijnen. (2,5 – 1,5)