Een kat in het nauw maakt rare sprongen
Rudy Simons deed van 2 tot en met 4 augustus mee aan het Open Schaakkampioenschap van Arnhem.
Daarna keerde hij huiswaarts met een flinke kater: “Van het schaakresultaat natuurlijk”.
Lees snel verder om erachter te komen wat hij daar nog meer aan toe te voegen heeft.
“Ondanks dat ik erg moe was, heb ik toch inmiddels al mijn partijen in de openingsboeken en m.b.v. Stockfish bekeken. Ik denk dat het de beste manier was om de kater te verwerken, ik wilde immers ook de waarheid weten! En warempel, het blijkt dat er nogal wat momenten in mijn partijen waren (en dan vooral de partijen tegen de “1700”-spelers) dat ik groot of zelfs winnend voordeel kon krijgen! Al in een verre openingsfase.
Ik heb dus blijkbaar nogal wat gemist. Natuurlijk mede door vermoeidheid (Want het was erg zwaar met veel lange partijen. De jongeling, P. Khoy genaamd, moest zonodig in een eindspel van toren en paard tegen toren van mij doorspelen op zaterdagmiddag, totdat ik eindelijk (al voor de 2e keer, in eerste instantie niet correct, er waren er nog geen 50 gedaan na het slaan van de laatste pion) remise kon claimen. Jawel, een partij van 113 zetten, waarvan een stuk of tig overbodige zetten (eigenlijk 50 dus). Maar vermoeidheid mag natuurlijk nooit een excuus zijn. Ik heb het mezelf allemaal aangedaan, dan had ik maar eerder in de openingsfase doortastender moeten zijn. Nadat ik in een partij tegen een gelijkwaardige tegenstander (T. Janssen) volledig de opening mishandelde en hem zodoende een winnend torenoffer op f2 toeliet, was ik ‘kaputto’. Daarna moest ik nog naar huis rijden, want het veel te dure hotel heb ik toch maar geannuleerd (het is maar een uur rijden).
En zo was er nog de een na laatste ronde tegen een jonge dame, waarin ik eerst winnend voordeel kon krijgen, niet gedaan, vervolgens een remise-eindspel en zo’n beetje 1 zet voor de definitieve remise-stelling, gaf ik plots zomaar een pion weg en daardoor de complete stelling. De partij tegen Mees van Osch uit de 2e ronde (1e ronde een bye) was een redelijke partij waar de betere schaker eenvoudigweg heeft gewonnen.
Gevolg : Ondanks 3 goede weekendtoernooien op rij mocht de 4e niet succesvol zijn. Alles wat ik bij ons weekendtoernooi en in Goirle aan ratingpunten heb gewonnen, heb ik bijna allemaal weer verkwanseld! Geheel onnodig. Jammer.
Maar dit alles zal me per slot van rekening toch weer sterker maken! Ik heb er zin in!
Het resultaat van slechts 1,5 uit 5 partijen (bye niet meegerekend) is hier te vinden: http://www.asv-schaken.nl
Twee fragmenten uit zijn partijen:
Diagram 1
Dit is de stelling na de 19e zet van wit uit de partij Quirine Naber – Rudy Simons in de 5e ronde van het OSKA weekendtoernooi, 04-09-2016.
Ik speelde hier 19…b5 met het idee om daarna pas Pc4 te spelen. Als wit dan Tab1 speelt en vervolgens ( b3 gaat niet vanwege Pa3) op b2 terugslaat na Pxb2, kan zwart niet op b7 slaan met de toren, want als dat wel kon dan is zwart in de problemen ondanks dat Txc2 met schaak is. De koning van zwart staat niet echt veilig, hij is met handen en voeten aan de onderste rij gebonden. Echter, ik had de zet 20.f4 geheel buiten beschouwing gelaten, want na 20…Pc4 volgt sterk 21. f5! En zwart heeft geen tijd om op b2 te nemen en na bv Ld7 volgt sterk 22.fxg6: om na 22…Lh3 eerst 23.g7 te spelen. Dus speelde ik min of meer gedwongen 20…Lh3, en na Th3 is helaas het paard op c3 ook meteen gedekt. In het resterende verloop van de partij heb ik steeds wel voordeel gehad, maar net niet genoeg om te winnen. Ik kwam zelfs een pion achter te staan na een vergissing, maar dit was gelukkig nog steeds genoeg voor de remise. Een zwakke zet op de 34e zet zou me een volledig onnodige en zeer zure nederlaag bezorgd hebben.
Edoch, veel sterker en waarschijnlijk met winnend voordeel was hier het meest voor de hand liggende 19…Pc4!, bv. 20. Tb1 (na b3 volgt simpel Pb6 of Pa3) en nu 20….Tc5! En na bv 21. f4 (pion g5 staat in), dan wel 21…b5, want 22.f5 kost gewoon een pion op f5 vanwege de toren op c5.
Vervolgens wint zwart gewoon de pion op b2 en daarna heeft hij alle tijd om zijn koning veilig te stellen door naar f8 of e8 te lopen.
Diagram 2:
Dit is de stelling na de 34ste zet van wit. Als zwart hier simpel 34…e5 speelt, dan is er niets aan de hand. De koning gaat naar e6 en aan het veld d5 heeft wit niets. Wit komt niet verder en het is remise. Ik speelde echter 34… T8c7 ?? en na 35. e5! moest ik gedwongen d5 spelen. (want na 35…dxe5 volgt Td8 en Th8, wat direct winnend is aangezien de koning geen verdedigend veld meer tot zijn beschikking heeft. Het pionneneindspel dat ontstaat na algehele afruil op d6 na bijvoorbeeld 35… Td7 is ook verloren voor zwart) Nadat wit op d5 sloeg duurde de partij nog tot de 46ste zet, maar dat was spartelen tegen de bierkaai.”