Hoe goed moet je staan om te winnen?
Hoe goed moet je staan om te winnen?
Het is inmiddels 3 dagen geleden dat ik nu kan schrijven over mijn partij die ik op dinsdagavond de 26e september heb gespeeld tegen Martien van de Meijden voor de avondcompetitie in de wedstrijd Dubbelschaak A – WLC A. Ik heb een hele slechte nachtrust gehad na die partij en ik heb het nu nog niet echt verwerkt; ik moet dan ook altijd aan de woorden denken van Jan Timman in een van zijn vele boeken waar hij o.a. zegt de onnodige nederlagen van zich af te schrijven. Nu, dat ga ik dus ook doen. Ook ik kan boeken vol schrijven over straalgewonnen stellingen die ik om wat voor reden dan ook toch nog heb verloren; dat zullen we hier nou maar even niet doen, maar ik wil wel graag 2 fragmenten naar voren brengen waarin hetzelfde thema aan bod komt, waardoor ik o.a. gewonnen kom te staan. Als eerste een opwarmertje of inleiding van de partij van afgelopen dinsdag.
We gaan ruim 22 jaar terug ; ik speelde toen bij de Eindhovense Schaakvereniging al waar ik 2 jaar heb gespeeld en mijn 2e jaar zou ook meteen mijn beste externe jaar worden wat ik ooit heb gehad. Met een score van 4 uit 5 in het 2e team in de 2e klasse KNSB mocht ik de 6e ronde invallen in het 1e team dat toen nog Hoofdklasse speelde, wat nu de meesterklasse is. Ik was natuurlijk supergemotiveerd als “jonge dertiger” en ik had me ook goed voorbereid. En warempel, mijn voorbereiding kwam ook op het bord, een variant waar miin tegenstander, FM Fed van de Vliet, zelfs een boek over heeft geschreven. Fred van de Vliet had in die tijd altijd scores van bijna 100% aan het 8e bord, dus het zou zeker geen makkie worden.
We gaan er in na de 17e zet van zwart,nl 17…..De8
Fragment uit de wedstrijd ESV 1 – Volmac 1 , 4 februari 1995
Wit: Rudy Simons (2147)
Zwart: Fred van de Vliet ( 2323)
Ik speelde hier 18. Pd5 en na 18…Df7 (18…ed5: dan 19. Ld5:+ Tf7 en 20. Th3! en wint) 19.Pb6 Tb8 20. Th3 Tb6: 21.Lb6: Pe5 had ik een gezonde kwal gewonnen voor een pion, maar 9 zetten later op de 31e zet blunderde ik in paniek door tijdnood en ging het punt naar mijn tegenstander. Het externe seizoen eindigde ik met 6.5 uit 9, maar dit had natuurlijk 7.5 uit 9 moeten zijn inclusief die ene partij in de hoofdklasse. Dit is een van de meest piinlijke nederlagen die in mijn geheugen gegrift zijn en er zouden er nog veel meer volgen waarvan de volgende van afgelopen dinsdag vergelijkbaar is.
We gaan er in na de 15e zet van zwart 15…Dc6:
Fragment uit de wedstrijd Dubbelschaak A- WLC A, 26 september 2017
Wit: Rudy Simons (1959)
Zwart: Martien van de Meijden ( 2059)
Ik speelde hier 16. Pd5 ! (waar kennen we die van? ) en na 16…. Lc5 (beter is Dc5, maar ook dan is het volgens Stokvis ongeveer +3 ) speelde ik 17. Df3 waar onze vriend “Stokvis” ca +3 geeft, genoeg voor de winst, maar veel beter was 17. Dh5! En dan geeft Stokvis +6! een mogelijk vervolg is:
17…ed5: 18. Dg5 Df6: 19.Tf6: etc.
of 17..h6 18. fg7: Kg7: 19. Tf6 etc.
of 17..Td8 18. Pe7+ Le7: 19. fe7: etc.
Zo had ik dus het tijdnooddrama dat later volgde na 17. Df3 vermeden en dan konden de stukken al na enige zetten in de doos met een verdiende overwinning voor mij en dus ook voor het team.
Rudy Simons
Ik heb proberen uit te vinden wat er van Fred van der Vliet terechtgekomen is, maar ben er nog steeds niet achter. Weet jij het Rudy? In onze tijd was hij een subtopper, die regelmatig aan het NK deelnam. Zo heel oud is hij nog niet, volgens mij is hij van 1948. Op de ratinglijst zie ik hem niet meer staan. En stoppen met schaken doe je niet, toch??
Hoi Aard,
Hij is (volgens de site van de fide) inderdaad uit 1948. Volgens diezelfde site speelde hij zijn laatste partij die voor de fiderating meetelde in de periode juli 2007. Recentere partijen kan ik niet voor je vinden.
Ik heb inmiddels een uitgebreide E-mail van Gerard Welling ontvangen, waarvoor ook langs deze plaats dank.
Volgens Gerard slijt Fred zijn dagen in de Koninklijke Bibliotheek in ‘s-Gravenhage, bezig met het maken van een “allesomvattend naslagwerk over schakers”.