NBSB Beker A team vliegt uit de bocht
Vorig jaar schopte het NBSB-bekerteam het tot de halve finale van de NBSB-beker, en onderdeel van die succesvolle bekercampagne was een razend spannende wedstrijd tegen de Osse Schaakvereniging. De schikgodinnen waren echter nog niet klaar met deze match in de NBSB-beker, en zo werden wij dit jaar opnieuw aan de heren uit Oss gekoppeld. Dit keer mochten we optuigen naar Wijkcentrum Schadewijk, wat mij nog welbekend was vanwege de smadelijke nederlaag die we er vorig seizoen met WLC 2 leidden. Toch togen Chiel, Krijn en ikzelf, aangemoedigd door het zoetgevooisde stemgeluid van de onvolprezen Frank Sinatra vol goede moed op naar Oss, waar wij mooi op tijd mochten arriveren. Daar troffen we Jarich aan, die rechtstreeks van zijn werk af naar Oss was afgereisd, wat een inzet voor de club! Na het uitwisselen met de teamleider van Oss was dit de ploeg waartegen we het moesten opnemen:
Nouja, zoals jullie kunnen zien keken we tegen een behoorlijk ratingoverwicht aan, maargoed dat was vorige keer ook het geval en toen wisten we verassend te winnen. Na wat gehannes met de klokken konden we daadwerkelijk van start! En met alle bijdrages van de verschillende spelers valt er weer voldoende te lezen!
Bord 2: Bert van de Donk – Thomas Kools
Laat ik voor de verandering maar eens met mezelf beginnen in deze verhandeling. Als ik mijn partij zou moeten duiden zou ik zeggen dat deze mij een beetje deed denken aan een strategisch doolhof, waar je probeert hoog genoeg te springen om alle langetermijnpaden te overzien. Zoals altijd in de Kan variant weet ik wel min of meer waar mijn stukken heen moeten, maar de details omtrent alle zetvolgordes vergeet ik altijd weer. Zo ook nu in de partij tegen Bert, hij speelde een uiterst solide Maroczystructuur waartegen het altijd moeilijk is om concrete kansen te creëren als wit geduldig speelt. Hoe dat precies is gegaan kunt u nalezen in de lichte analyse hieronder 🙂
Bord 1: Chiel Koster – Loek van Wely
Chiel had verreweg de zwaarste opdracht van ons allemaal, namelijk proberen iets te bereiken tegen grootmeester Loek van Wely. We kunnen absoluut niet zeggen dat hij het niet heeft geprobeerd, maar Loek had het allemaal in de smiezen en aan de stelling rechts voor de slotzet van zwart zult u zien dat het net niet is gelukt ondanks een heroïsche aanvalspoging van de witte koning (zwart geeft mat in 1):
Daarmee was het 1.5-0.5, misschien kon Jarich er aan bord 3 nog wat aan toevoegen, ook tegen een op papier sterkere tegenstander.
Bord 3: Jarich Haitjema – Fred Hallebeek
Ik mocht op een dinsdagavond in Oss aantreden tegen Fred Hallebeek. Misschien was ik wat geïntimideerd door mijn gerenommeerde tegenstander, want in de opening speelde ik passief en kwam ik al snel onder druk te staan. Zwarts toren op e8 ontwikkelde druk op mijn pion op e4, terwijl ik nog niet gerokeerd had. Ik leek echter de pion onder redelijk gunstige omstandigheden te kunnen offeren. Na lang nadenken dacht ik een manier gevonden te hebben om de pion te behouden, maar dat bleek een illusie: de pion viel alsnog en ik kwam een pion achter zonder veel compensatie: flink balen dus. Mijn enige voordeel was dat er ongelijke lopers op het bord stonden, waardoor remisekansen altijd op de loer liggen. Zie het eerst diagram links:
Zwart heeft zojuist 19. …b6 gespeeld, wat de pion op c7 bewust in de aanbieding laat. Na de partij vroeg KingLoek mij waarom ik de pion niet gewoon pakte, maar ik vertrouwde dat niet vanwege 20. Dxc7 Lxh3 21. Lg3 e3(!) met verschillende dreigingen. Volgens Stockfish kan wit zich nog wel verdedigen, maar dat zijn wel halsbrekende varianten. Ik koos dus voor 20. Te1 en zwart besloot dameruil aan te beiden: 20. …Dc5 21. Dxc5 bxc5. Nog steeds een pion minder, maar ik riskeer in ieder geval geen directe koningsaanval meer. We spoelen even door naar zet 34, waar ik net 34. Tf1 heb gespeeld:
Zo rond dit punt tijdens de partij kreeg ik door dat onze klok helemaal geen increment erbij gaf… Een slordigheid van de thuisploeg, maar het was ook een beetje mijn eigen schuld, want op bord 1 was dit probleem al eerder bekend geworden en het was een kleine moeite geweest om ook even onze eigen klok te controleren. Mijn tegenstander toonde zich sportief en was bereid om een nieuwe klok te halen en die opnieuw in te stellen. Het increment had ik wel nodig, want mijn tijd was inmiddels tot ongeveer een kwartier geslonken.
Terug naar de partij. Het is ergens al misgegaan voor zwart: de loper had beter op de lange diagonaal kunnen staan om e4 te dekken, en dat is nu nog lastig te realiseren. Bovendien dreigt wit Lg3 en als zwart de e8-toren verplaatst, zal wit met Tf4 spelen met mogelijk zetherhaling als resultaat als de toren weer terug naar e8 gaat. Zwart kon zich echter nog niet met remise verzoenen en speelde: 34. …d5?!
Zwarts idee is om na 35. Lg3? d4! de kwaliteit te offeren, waarna de verbonden vrijpionnen beslissend zijn. Dat had ik nog wel gezien en ik speelde: 35. cxd5? Zwarts pionnenstructuur versplinteren leek mij geen slecht idee. Hier mis ik echter mijn kans: na 35. Tg3+ Kf8 36. Lf6! dreigt wit met Lg7+ zelfs een volle toren te winnen, wat zwart dwingt tot een noodgreep: 36. …Lh5 en nu kan wit met 37. Lxe5 gewoon de kwaliteit pakken, hoewel Stockfish 37. Tg5 nog iets sterker vindt. In beide gevallen heeft wit een duidelijk betere stelling.
Na de partijvoortzetting werd het al snel remiseachtig: ik kon een pion terugwinnen en na ruil van beide torens kwam er een dode remisestelling op het bord:
½-½ na de 53e zet.
Bord 4: Henk van der Wijst – Krijn van Est
En dan ook een debutant voor WLC in de externe competities bij deze 2-1 stand: Krijn van Est. Hij trof een sterke tegenstander in Henk van der Wijst, en beschrijft zelf hoe hem dat af was gegaan:
Het was dan eindelijk zo ver! Nadat ik in begin 2020 het schaken achter het bord weer ontdekte na een lang hiaat sinds mijn dagen in de Eindhoven Cup voor basisscholieren (daarvoor met terugwerkende kracht alsnog grote dank naar Hub van de Laar!), speelde ik in oktober van dat jaar mijn eerste klassieke partijen in het door corona verlate WLC Weekendtoernooi. Sindsdien heb ik meerdere weekendtoernooien gespeeld, maar een externe partij in de beker of competitie was er nooit van gekomen. Totdat ik aan mocht treden tegen Henk van der Wijst. Ook al was ik qua rating veruit in het nadeel, genoot ik door opbeurende woorden van onze teamleider en tevens ondergetekende wel van de underdogrol. Ik dacht dus ook laten we een Siciliaan ingaan, waar ik ondanks mijn onervarenheid de opening misschien wel kansen heb om nog te rommelen als het fout gaat (hinthint!)
Die slotstelling luidde:
Met de weinig tijd en een verslapping in concentratie “met mijn koning op f7 sta ik totaal gewonnen” speelde ik echter Ke8 en is na Pc7+ de partij verloren. Na eigenlijk de gehele partij slechter te hebben gestaan en in mijn mening dus een terecht eindresultaat is op deze manier verliezen toch wel een heel pijnlijk. Gelukkig kan ik enig soelaas halen uit het feit dat zelfs met het winnen van mijn partij de uitslag van de wedstrijd niet was veranderd: 3-1.
Ten slotte
En daarmee zijn we aan het eind van dit verslag, een ruime nederlaag tegen de sympathieke Ossenaren(?), en eentje waar gezien het gemiddelde partijverloop niet heel veel op valt af te dingen denk ik. We hebben onze huid echter duur verkocht, en met zo’n beetje het sterkst mogelijk team tegenover ons is het geen schande dat we dit jaar in ronde 1 ons Waterloo vinden. Volgend jaar hopelijk meer geluk!
Thomas Kools