Externe competitie: WLC 1 – Eindhoven 1

Rating
Rating
Welling, G.J. (Gerard) 2264 Plassche van de, B.J. (Bas) 2362 ½ – ½
Bollen, G. (Guus) 2187 Klapwijk, K.B. (Bram) 2274 ½ – ½
Doren van, B. (Bas) 2121 Put van de, J.W.P. (Jeroen) 2012 0 – 1
Klomp, R.L.P. (Robert) 2086 Sutmuller, J.M. (Jos) 2096 1 – 0
Smits, S. (Sebastiaan) 2131 Tolhuizen, L. (Ludo) 1985 ½ – ½
Smit, M. (Maarten) 2021 Vosselman, J.M. (Jan) 2078 1 – 0
Kools, T. (Thomas) 2086 Moonen, R. (Rene) 2065 1 – 0
Simons, R.W.J. (Rudy) 1995 Anginthaya, K. (Kiran) 1830 1 – 0
Gemiddelde Rating: 2111 Gemiddelde Rating: 2088 5½-2½

Het was weer tijd voor een clash tussen de twee grootste Eindhovense verenigingen. Het team was zeer gemotiveerd om die te winnen, en dat is gelukt.

Gerard (1)

vd_Plassche_Welling

Guus (2)

partij-2022-11-05

Bas (3)

van_de_Put___van_Doren

Robert (4)

Ik mocht aantreden tegen Jos Sutmuller, tegen wie ik al een aantal keren eerder gespeeld heb. De eerste partij is mij altijd bij gebleven (zo’n 20 jaar geleden, een variant die ook door Kasparov is gespeeld in het Engels,  waar zwart Pf6 en e6 speelt speelde. In die partij was ik snel uit de theorie en Jos liet me alle hoeken van het bord zijn voordat ik opgaf. In een latere partij ging ik deze variant bewust uit de weg, maar dat leverde ook niet veel op. Ik heb de laatste jaren 🙂 me verdiept in deze variant en zelf een nieuwtje bedacht, iets wat vast ook door andere gespeeld is, maar het wikkelt af naar een eindspel waar met goed spel van beide kanten remise de logische uitkomst zou moeten zijn. Ik heb er wel ruim 5 minuten aan besteed of ik dit nu wel wilde spelen, de eerste keer in een serieuze partij, maar ging ervan uit dat mijn ervaring met de stelling mij een plusje zou moeten geven. Jos ging in op de variant maar speelde met Pg6 een zet die hem in de moeilijkheden bracht, beter Pf5 met complicaties. Het vervolg was daarna niet meer zo ingewikkeld. De zwakke pionnenstructuur koste zwart drie pionnen en hij had op dat moment nog steeds geen aanval of tegendreiging. De stukken konden na zet 40 weer in de doos.

Sebastiaan (5)

Tolhuizen-Smits

Maarten (6)

Ik mocht eindelijk ook eens winnen, na twee nullen werd het ook wel weer eens tijd. Ik kreeg met wit tegen Jan Vosselman een prettige stelling waarin ik een licht overwicht had. Ik kwam op een gegeven moment met de breekzet c4-c5, waar voorbereiding met b2-b4 wat beter zou zijn geweest. Er kwam nu een gelijke stelling op het bord waarbij ik genoodzaakt was om mijn loper op a3 te zetten om geen pion te verliezen. Wel had ik inmiddels het loperpaar (tegen loper en paard), dus het leek me nog steeds oké, en mijn tegenstander verbruikte zeer veel tijd. In tijdnood ging hij de mist in en ontstond de volgende stelling:

Hier mocht ik het af gaan maken. Dat ging nog niet eens zo soepel, maar de stelling is zo goed dat het bijna niet fout kan: 29. Tc8+ Kg7 30. Lxe7? 30. Txb8 is eigenlijk beter, maar ik wilde mijn mooie loper niet afgeven. 30… Tb6? 30… Db7 zorgt ervoor dat de koning zijn veste niet hoeft te verlaten. Wit staat dan ook nog zeer goed overigens. 31. Lf8+ 31. Tg8+ is nóg beter, het loopt dan snel mat na 31… Kxg8 32. Dc8+ of 31… Kh6 32. Dd2+. 31… Kf6 32. Dd2 De5 33. Lxb5 Le3 34. Dd8+ Kf5 35. Ld3+ Ke6 35… Kf4 36. Dh4+ mat. 36. De7+ Kd5 37. Td8+ 37. Le4+ is natuurlijk beter, na 37… Kd4 is 38. Tc4+ mat. Maar zwart had toch genoeg gezien en gaf op, 1-0.

Thomas (7)

Moonen_Kools

Rudy (8)

Ik mocht het opnemen tegen ons intern lid Kiran Aginthaya; een maand geleden heeft hij me intern verslagen met een paardoffer op g7 wat ik wel had gezien, maar toch nog onderschat. Ik was nu uiteraard dubbel gemotiveerd, niet alleen om revanche te halen tegen Kiran,maar bovenal om revanche  te halen tegen Eindhoven; vorig seizoen heb ik een straalgewonnen stelling tegen Jan Vosselman door voor mij nog steeds niet te verklaren oorzaak volledig uit handen gegeven en nog verloren. Dan nu de partij:

De partij ging lange tijd volledig gelijk op waarbij er rustig werd gemanoevreerd door beide partijen. Hij had op diverse momenten het bevrijdende d5 kunnen spelen, waarna de stelling volkomen gelijk was, maar toen hij dat pas op de 22e zet deed dacht  ik een klein voordeel te hebben, maar volgens Stokvis was het toen nog volkomen gelijk. Toen hij echter op de 24e zet een veel mindere zet deed had ik met 25.Ph5 echter al een voordeel van 2.5. 2 zetten later kon ik met een loperoffer op h6 een beslissend voordeel halen van +5,verzuimde dit en toen strandde het voordeel weer tussen de 0,5 en +1. Lichte tijdnood voor beiden was hier mede de oorzaak van. Edoch, toen hij op de 35e zet een vreselijke bok beging sloeg ik gelukkig wel toe en was het uit. Dat fragment laat ik even in een diagram zien.

Dit is de stelling na wit’s 35e zet Lf4-g3 in de partij R.Simons- K. Aginthaya.  Als zwart iets speelt als bv Le7 heb ik volgens Stokvis nog steeds een voordeel van ca.+0,8, maar gelukkig speelde hij hier de verschrikkelijke zet 35…Tg5?

Hier sloeg ik dus toe met 36.Tc8: (dreigt mat op h7) en i.p.v. opgeven speelde hij voor de vorm nog 8 zetten door, maar deze stelling gaf ik echt niet meer af.  1-0

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *