25-03 indeling sen 28-03
24-03 uitslagen 21-03
21-03 update2 ind sen 21-03
20-03 update ind sen 21-03
19-03 indeling sen 21-03
18-03 uitslagen sen 14-03
12-03 indeling sen 14-03
Vorig jaar verloren we tegen HWP Sas van Gent, en wilden graag de revanche pakken. Onze tegenstanders kampten echter met enorme bezettingsproblemen. Helaas betekende dat dat drie van onze spelers geen partij hadden vandaag. Maar gelukkig was teamleider Kees zeer sportief door het van tevoren aan te kondigen, zodat niemand voor niets hoefde te komen.
Met al vanaf het begin een 3-0 voorsprong is er een duidelijke favoriet in de wedstrijd. We moesten het alleen nog wel even waarmaken. De Zeeuws-Vlamingen boden een waardige strijd, maar deze achterstand konden ze niet meer inhalen. Hieronder leest u de partijverslagen.
Helaas heb ik mijn slechte start van vorig seizoen van 0 uit 4 niet volledig kunnen compenseren; dan had ik vandaag moeten winnen met een score van 3 uit 3. Misschien heeft de winst er vandaag niet echt in gezeten, maar ik had zeker niet hoeven te verliezen. Na 24 zetten had ik met 24… Ld4 i.p.v. het gespeelde 24…Pb5 nog een kleine plus van -0.3 voor wat het waard is volgens de vis en na 29 zetten had ik nog gelijk spel als ik maar 29… Pg6 had gespeeld i.p.v. het gespeelde 29…Pb5. Ter illustratie geef ik van beide momenten de diagrammen. Na de misser van 29…Pb5 speelde hij 30. b4! en kwam ik er eigenlijk niet meer aan te pas. Jammer, maar gelukkig staan we nog steeds gedeeld aan kop.
Hier had ik dus 24…Ld4 moeten spelen met een klein voordeeltje
en in het 2e diagram had ik 29…Pg6 moeten spelen met gelijk spel.
Na wederom een tijdje zonder serieus schaken mocht ik weer een keertje invallen. Het werd een vrij onavontuurlijke middag voor mij. Uit de Nimzowitsch variant van het Russisch kwam ik een gelijke stelling. Uiteindelijk kreeg ik een positioneel plusje waarbij ik mijn pionstructuur opofferde voor actievere stukken. Helaas verdampte mijn voordeel nadat ik een pionnetje ging graaien en moest ik zelfs een mindere toreneindspel gaan keepen. Nadat we in een positie kwamen waarbij beide kanten geen vooruitgang meer konden boeken konden de stukken weer terug in de doos.
We speelden deze zaterdag in de Sint Maartenstraat. Zou dat een gunstig voorteken zijn voor me?
Ik nam plaats aan het achtste bord. Vanwege de afwezigheid van Rudy was ik twee borden gedegradeerd. Op zich niet zo erg, want mijn vorm laat te wensen over de laatste tijd.
Tegenover mij nam een meisje plaats, ik schat een jaar of 14-15, die luisterde naar de naam Cecile, net zoals mijn overleden zusje die ik nooit gekend heb. Haar achternaam deed vermoeden dat ze van Spaanse komaf was. Gedeeltelijk groen gekleurde haren, gaten in de spijkerbroek, zoals tegenwoordig normaal lijkt te zijn. Ze was snipverkouden, en tóch zat ze gewoon te schaken. Gelukkig is alles weer normaal in ons land!
De partij verliep moeizaam, althans voor mij. Ze deed de juiste ontwikkelingszetjes en behield keurig haar witvoordeel. Als ze aan het denken was keek ze vaak naar boven, alsof ze met totaal andere dingen bezig was. En tóch kwamen er goede zetten op het bord. Knap.
Ik hield mijn ogen wél op het bord, dacht langer na dan zij, maar blunderde desondanks een pion weg, waarna ik ronduit slecht stond.
Wat te doen? Gewoon doorgaan en hopen ergens tegenspel te verkrijgen! Toen Cecile onnodig haar loperpaar opgaf, kwam er weer wat hoop voor mij. Ik kon bezit nemen van de halfopen b-lijn en kon uiteindelijk een pionnetje terugwinnen.
Het eindspel had ze vervolgens remise kunnen houden, hoewel ik ietsje beter stond. Maar wat ging ze doen met haar koning op h4? Ik rook mijn kans en zette haar mat in een zestal zetten.
Ze leek teleurgesteld. Snap ik. Zou ik ook geweest zijn. Maar Cecile komt er wel. Over een paar jaartjes zal ik kansloos zijn als we weer eens mogen spelen!
Dit seizoen startte ons bekeravontuur waar het de vorige keer geëindigd was: tegen de Stukkenjagers, maar dit keer thuis. De vorige keer verloren we zeker niet kansloos. Nu wilden we onze revanche pakken. We lootten om de kleur, en we kregen zwart op bord 1.
Het verschil met de NBSB-beker is dat er bij een 2-2 stand altijd gesnelschaakt wordt bij een 2-2 stand. Pas daarna, als dat ook 2-2 is, gaan een voor een de borden afvallen, eerst van de lange partijen en dan van het snelschaak. Dat betekende dus dat we moesten winnen, want de winstpartij van Thomas op bord 4 zou als eerste afvallen.
Van winnen was echter geen sprake. Rond middernacht gingen de klokken voor de tweede keer aan. We waren uitgeput, en de Stukkenjagers veegden ons met 0-4 van tafel (ondanks een dubieus ‘dameoffer’ op bord 1).
Ik mocht aantreden tegen Jos Sutmuller, tegen wie ik al een aantal keren eerder gespeeld heb. De eerste partij is mij altijd bij gebleven (zo’n 20 jaar geleden, een variant die ook door Kasparov is gespeeld in het Engels, waar zwart Pf6 en e6 speelt speelde. In die partij was ik snel uit de theorie en Jos liet me alle hoeken van het bord zijn voordat ik opgaf. In een latere partij ging ik deze variant bewust uit de weg, maar dat leverde ook niet veel op. Ik heb de laatste jaren 🙂 me verdiept in deze variant en zelf een nieuwtje bedacht, iets wat vast ook door andere gespeeld is, maar het wikkelt af naar een eindspel waar met goed spel van beide kanten remise de logische uitkomst zou moeten zijn. Ik heb er wel ruim 5 minuten aan besteed of ik dit nu wel wilde spelen, de eerste keer in een serieuze partij, maar ging ervan uit dat mijn ervaring met de stelling mij een plusje zou moeten geven. Jos ging in op de variant maar speelde met Pg6 een zet die hem in de moeilijkheden bracht, beter Pf5 met complicaties. Het vervolg was daarna niet meer zo ingewikkeld. De zwakke pionnenstructuur koste zwart drie pionnen en hij had op dat moment nog steeds geen aanval of tegendreiging. De stukken konden na zet 40 weer in de doos.
Ik mocht eindelijk ook eens winnen, na twee nullen werd het ook wel weer eens tijd. Ik kreeg met wit tegen Jan Vosselman een prettige stelling waarin ik een licht overwicht had. Ik kwam op een gegeven moment met de breekzet c4-c5, waar voorbereiding met b2-b4 wat beter zou zijn geweest. Er kwam nu een gelijke stelling op het bord waarbij ik genoodzaakt was om mijn loper op a3 te zetten om geen pion te verliezen. Wel had ik inmiddels het loperpaar (tegen loper en paard), dus het leek me nog steeds oké, en mijn tegenstander verbruikte zeer veel tijd. In tijdnood ging hij de mist in en ontstond de volgende stelling:
Hier mocht ik het af gaan maken. Dat ging nog niet eens zo soepel, maar de stelling is zo goed dat het bijna niet fout kan: 29. Tc8+ Kg7 30. Lxe7? 30. Txb8 is eigenlijk beter, maar ik wilde mijn mooie loper niet afgeven. 30… Tb6? 30… Db7 zorgt ervoor dat de koning zijn veste niet hoeft te verlaten. Wit staat dan ook nog zeer goed overigens. 31. Lf8+ 31. Tg8+ is nóg beter, het loopt dan snel mat na 31… Kxg8 32. Dc8+ of 31… Kh6 32. Dd2+. 31… Kf6 32. Dd2 De5 33. Lxb5 Le3 34. Dd8+ Kf5 35. Ld3+ Ke6 35… Kf4 36. Dh4+ mat. 36. De7+ Kd5 37. Td8+ 37. Le4+ is natuurlijk beter, na 37… Kd4 is 38. Tc4+ mat. Maar zwart had toch genoeg gezien en gaf op, 1-0.
Ik mocht het opnemen tegen ons intern lid Kiran Aginthaya; een maand geleden heeft hij me intern verslagen met een paardoffer op g7 wat ik wel had gezien, maar toch nog onderschat. Ik was nu uiteraard dubbel gemotiveerd, niet alleen om revanche te halen tegen Kiran,maar bovenal om revanche te halen tegen Eindhoven; vorig seizoen heb ik een straalgewonnen stelling tegen Jan Vosselman door voor mij nog steeds niet te verklaren oorzaak volledig uit handen gegeven en nog verloren. Dan nu de partij:
De partij ging lange tijd volledig gelijk op waarbij er rustig werd gemanoevreerd door beide partijen. Hij had op diverse momenten het bevrijdende d5 kunnen spelen, waarna de stelling volkomen gelijk was, maar toen hij dat pas op de 22e zet deed dacht ik een klein voordeel te hebben, maar volgens Stokvis was het toen nog volkomen gelijk. Toen hij echter op de 24e zet een veel mindere zet deed had ik met 25.Ph5 echter al een voordeel van 2.5. 2 zetten later kon ik met een loperoffer op h6 een beslissend voordeel halen van +5,verzuimde dit en toen strandde het voordeel weer tussen de 0,5 en +1. Lichte tijdnood voor beiden was hier mede de oorzaak van. Edoch, toen hij op de 35e zet een vreselijke bok beging sloeg ik gelukkig wel toe en was het uit. Dat fragment laat ik even in een diagram zien.
Dit is de stelling na wit’s 35e zet Lf4-g3 in de partij R.Simons- K. Aginthaya. Als zwart iets speelt als bv Le7 heb ik volgens Stokvis nog steeds een voordeel van ca.+0,8, maar gelukkig speelde hij hier de verschrikkelijke zet 35…Tg5?
Hier sloeg ik dus toe met 36.Tc8: (dreigt mat op h7) en i.p.v. opgeven speelde hij voor de vorm nog 8 zetten door, maar deze stelling gaf ik echt niet meer af. 1-0
In de bekerwedstrijd WLC – Eindhoven, waarbij Eindhoven op alle borden een ratingoverwicht had sleept WLC een spectaculaire 2-2 uit het vuur en bekert verder.
Sascha Kurt (1844) – Bas vd Plassche (2362) remise
Ralf Weijers (1892) – Jos Sutmuller (2081) 1-0
Henny Wilbrink (1799) – Jeroen van de Put (2021) 0-1
Jasper Krenning (1781) – Alessandro Di Bucchianico (1960) remise
Recente reacties