Externe competitie: WLC 1 – HSC Helmond 1: 4.5 – 3.5

Ook in de tweede ronde speelden we sterk en behouden we onze koppositie. Al vrij snel waren de eerste 4.5 punten binnen. Ingeborg en Guus waren nog wat langer bezig, maar konden hun partij niet meer redden. Ook waren we heel blij dat Nol in wilde vallen.

Rudy: Ik was er op gebrand om te winnen tegen Helmond; na de onnodige nederlaag in de laatste avondcompetitiewedstrijd waar ik in een straalgewonnen stelling door mijn vlag ging wilde ik snel een revanche voor mezelf; tevens was het belangrijk om deze wedstrijd te winnen willen we in de race blijven om het kampioenschap! Ik had me op 6 mogelijke tegenstanders voorbereid en natuurlijk kwam er een variant op het bord die Paul en ik al vaker hebben gespeeld. Weliswaar misschien niet precies dezelfde zetten en in dezelfde volgorde, maar het gaat ook vaak om het type stelling die op het bord komt; nu, ik had mijn type stelling en Paul was kennelijk niet of niet goed voorbereid, want hij gebruikte al vroeg zeeën van tijd en na 18. Pd5! ( jawel, weer Pd5!, zie artikel m.b.t. avondcompetitiewedstrijd) stond ik al erg goed; hij had het nog wel beter kunnen spelen dan in de partij, maar na de 24e zet gaf hij toch maar op in een kansloze stelling. 1-0

Charlie: Ik speelde met zwart tegen Jerzy Cebula. De opening was het doorschuiffrans variant met Ph6 en dan Lxh6. Op een gegeven moment haalde ik twee theoriezetten door elkaar en kreeg hij een klein plusje. Het was echter minimaal en na een tijdje (en een mindere zet) leverde hij die in. Uiteindelijk miste hij een trucje waardoor ik een pion won en ik kon hierdoor een zeer voordelig eindspel krijgen. In het eindspel blunderde hij ook nog en won ik een stuk. Hierna gaf hij op.

Nol: In een stelling waar niet veel aan de hand leek te zijn ging ik in de fout. Vervolgens deed mijn tegenstander een paar handige zetten en won verdiend. En daar laat ik het maar bij…

Peter: Ik kwam prima uit de opening, maar in het vroege middenspel werd ik langzaam weggespeeld. Mijn tegenstander kreeg een aanzienlijk ruimtevoordeel. Dit zorgde ervoor dat ik erg passief te staan met paarden op e8 en f8, maar het was voor hem lastig vooruitgang te boeken. Geleidelijk wist ik meer en meer stukken af te ruilen en de remise veilig te stellen.

Jeroen: In de opening kwam ik, met zwart, redelijk makkelijk gelijk te staan. Daarna wist ik regelmatig mijn stelling verbeteren, terwijl mijn tegenstander, Bart Dekker, bleef loeren op een kwaliteitsoffer tegen mijn koningsstelling, maar daar kwam het uiteindelijk niet van. Het resultaat was dat ik duidelijk beter te kwam te staan, en in zijn redelijke tijdsnood (nog 10 minuten extra voor 15 zetten) maakte Bart een blunder, waardoor ik een gratis aanval kreeg die ik zelfs kon afmaken:


In deze stelling had wit met bijvoorbeeld 26.Lh3,Tfc7 27.Le6+,Kh8 28.Tc3 de boel nog aardig kunnen keepen, ook al blijf ik beter staan. Hij speelde echter 26. Pc3? waarna ik zelfs meteen met 26..,Pxg3! had kunnen toeslaan (27.Lxg3,Lxe3 en 27.Kxg3,Lf4+ 28.Kh3,Lc8+ 29.Pg4,h5). Dat moet je dan wel zien. Mijn vervolg, 26. …, Pd3, met de bedoeling de zwartveldige witte loper (een verdediger van g3) te veroveren, was echter ook winnend: 27. Dd2, Pxf2 28. Txf2 (op 27.Dxf2 volgt ook:), Pxg3! Nu zag ik het wel, en het is uit. 29.Kxg3 verliest door 29..,Lf4+ 30.Kh3,Dg5 met ondekbaar mat. Er volgde nog 29. Kg1, Lf4 30. Pcd1, Dh4 31. Td3 (wanhoop), Lxd3 32. Dxd3, Tc1 33. Pc4, Tc7 34. Tc2 en nu vond ik het leuke 34. …, Txc4! 35. Txc4, Txd1+ en wit gaf op: mat is niet te voorkomen, met name 36.Dxd1, Le3 mat is de pointe.

Robert:

Guus: Vanuit de opening kwam ik al onder druk te staan. Dit leidde tot een besluit van mij om een risico te nemen en het een en ander te offeren voor kansen tegen de zwarte koning. Dat risico was geheel onverantwoord en had genadeloos afgestraft kunnen worden, maar mijn tegenstander maakte er nog een eindspel van waarin ik compensatie had voor een kwaliteit, waarbij het zwarte voordeel op het eerste gezicht helemaal niet meer zo duidelijk was. Het lukte me echter niet om de zwarte stukken buiten te houden, en uiteindelijk kon ik opgeven.

Ingeborg:
Ik mocht zowat als enige niet interne speler aantreden tegen onze nieuwe clubgenoot, die extern (helaas voor ons) nog voor een ander team uit komt. Eigenlijk heb ik een heel solide pot gespeeld. Op zet 19 deed ik na een blik op de overige borden een tactisch remise aanbod omdat mijn tegenstander nog maar 16 minuten had en ik nog bijna een uur. Hij sloeg het af omdat hij dacht dat hij wat beter stond (dat dacht ik ook, maar de computer oordeelt nagenoeg 0.00). Na dat moment ben ik zelf flink in de denktank gegaan, zeker voor het moment dat ik zelf overwoog om een kwaliteit te offeren. Hier heb ik uiteindelijk ook voor gekozen, en hier zou ik zelfs licht voordeel hebben. Met een sterk paard + een pion tegen een toren ging ik verder. Helaas naderde ook voor mij de tijdnoodfase en ging ik onnauwkeurig spelen, de stelling werd zo rampzalig dat mijn tegenstander voordeel tot +4 uitbouwde. Gelukkig voor mij moest ook hij zijn 40e zet snel doen en koos hij verkeerd zodat het weer een gelijke werd.

Uiteindelijk werd een heel interessant eindspel met de volgende “beginstelling” (wit aan zet en speelde b4):

Ik heb hier meerdere dingen overwogen, en meerdere dingen waren goed, maar niet mijn uiteindelijk gekozen plan. Ik speelde h3 gevolgd door Pe3+-Pg2 en Ph4 om de h-lijn te blokkeren, waarbij ik me in een tempo misrekend had en de toren nog net op tijd op c1 terecht kwam. De plannen met Kh6, Kg4 en ook f4 (met twee pionnen lopen) zouden allemaal moeten werken om in ieder geval remise te verkrijgen (hoewel geen simpel eindspel). Voor mij een reden om me weer eens te verdiepen in het Silman eindspelboek zodat ik dit een volgende keer hopelijk beter uitspeel. Al met al in ieder geval niet ontevreden over de partij tegen een taaie tegenstander.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *