Externe competitie: WLC 1 – Dubbelschaak ’97 1
WLC 1 |
Dubbelschaak ’97 1 |
||||
---|---|---|---|---|---|
Sziva, E. (Erika) | 2176 | Lange de, J. (Job) | 2217 | z-w | ½ – ½ |
Tang, C. (Charlie) | 2176 | Jansen, G.A. (Guido) | 2162 | w-z | ½ – ½ |
Bollen, G. (Guus) | 2204 | Meijden van der, M.C.M. (Martien) | 2051 | z-w | 1 – 0 |
Swinkels, A.T. (Nol) | 1962 | Burg, B. (Brent) | 2128 | w-z | ½ – ½ |
Klomp, R.L.P. (Robert) | 2051 | Stee van der, M. (Michel) | 2022 | z-w | ½ – ½ |
Simons, R.W.J. (Rudy) | 2006 | Meurs van, R. (Rob) | 2047 | w-z | ½ – ½ |
Jansen, I. (Ingeborg) | 1922 | Lankveld van, W.L.M. (Wil) | 1945 | z-w | 0 – 1 |
Copic, R. (Roel) | 1894 | Boll, P.A.I.M. (Peter) | 2097 | w-z | 1 – 0 |
Gemiddelde Rating: | 2049 | Gemiddelde Rating: | 2084 | 4½-3½ |
Het beloofde een zware wedstrijd te worden tegen medekoploper Dubbelschaak ’97. Zonder zowel Dirk als Gerard gingen we het topduel aan tegen de degradant uit de tweede klasse.
Charlie (2): Het was eigenlijk een saaie partij waarbij de stelling altijd in balans bleef. Hij speelde Caro-Kann, ik speelde vervolgens een variant die ik zelf niet eens kende. De stelling leek totaal niet gevaarlijk voor beide spelers. Op een gegeven moment dacht ik een beetje druk te hebben, maar met een mooie variant wist hij alles af te ruilen naar een gelijke toreneindspel. Ik had hier weliswaar een pion meer, maar omdat zijn torens zo actief stonden, won hij er sowieso eentje terug. Alle muziek was er wel uit en remise was de logische uitslag. Het lijkt erop dat ik een echte schuiver begin te worden.
Erika (1): Guus pleegde een dameoffer en zette me op bord 1. In de jungle van het middenspel zijn mijn tegenstander en ik de weg enkele keer kwijtgeraakt. Ik net ietsje vaker, waardoor ik in tijdnood een heel moeilijke stelling moest verdedigen. Maar ja, vechten kan ik als geen ander en dat leverde deze keer een half punt en een zure glimlach van mijn tegenstander op.
Roel (8): Ik speelde een zijvariant in de Grünfeld, die mijn ervaren tegenstander niet leek te kennen gezien de tijd die hij investeerde. Met 5…c5? verzuimde hij al vroeg de beste voortzetting te spelen. Hierdoor kwam ik beter te staan met een ijzersterk pionnencentrum (eerst c5/d5, later d5/e5). Het thema van de partij was of wit er in slaagde dit pionnencentrum te behouden of dat zwart het wist te kraken en de koning aan het wankelen kon brengen, die stond immers lang op e1. Met actief spel slaagde wit erin het voordeel uit te breiden. Met 5 opeenvolgende paardzetten, Pc3-b5-c7-e6xf8xd7, werd beslissend voordeel behaald. Zwart probeerde nog te forceren door agressief materiaal te offeren om zo te promoveren met b4-b3xa2-a1D, maar wit had genoeg controle en materiaaloverwicht om af te wikkelen naar een gewonnen eindspel. Er moesten nog wat tactische grapjes ontweken worden, maar rond de 30e zet kon het punt bijgeschreven worden. Een tactische partij waarin volgens de computer weinig/niet geblunderd werd. Beide kan ik niet vaak zeggen 🙂
Nol (4): In een partij met wederzijdse en gemiste kansen werd in een toreneindspel tot remise besloten. Het was zwoegen tot de laatste zet. Dat had veel te maken met de opening. Gelukkig had ik vrijdagavond een aantal partijen van die opening bekeken.
Robert (5): Over mijn partij valt niet veel te zeggen, na een standaard opening met verwisselde zetten, kreeg ik met zwart een klein voordeel maar de weg naar winst was niet makkelijk te vinden. Om mijn tijdnadeel op te lossen bood ik daarom remise aan waar mijn tegenstander, na lang rondkijken op de borden, mee instemde. Door spelen had geen straf geweest maar veel meer zat er op dat moment niet in.
Rudy (6): Net als in de laatste avondcompetitiewedstrijd tegen hetzelfde Dubbelschaak mocht ik weer aantreden tegen Rob van Meurs en weer met wit; we volgden onze laatste partij, die overigens in remise eindigde na 21 zetten, t/m de 10e zet van wit; op de 10e zet week hij af met Lc5, eigenlijk een van de 2 hoofdvarianten. Dit keer zou het een echte partij worden. Lange tijd ging het gelijk op, maar m.i. verkreeg hij toch een klein voordeel die tot pionwinst leidde in een eindspel met voor ieder paard, loper en luttele pionnen. Door een tactisch trucje won ik een pion terug, maar het was nog steeds een moeilijke stelling voor mij om de remise er uit te slepen. De teamstand was zodanig dat Guus gewonnen stond en ik remise moest houden, dan zouden we winnen. Het lukte me tenslotte na lang zwoegen en Guus won tenslotte. Een zwaar behaalde teamoverwinning, maar des te bevredigend.
Guus (3): Mijn tegenstander staat bekend als gambietspeler, en inderdaad stond ik na 2 zetten een pion voor. In plaats van de hoofdvariant koos ik een passieve doch solide zijvariant, die ook in de praktijk goed scoort voor zwart. Wit leek hier geen raad mee te weten, en ik kwam zonder kleerscheuren de opening door zonder mijn pluspion kwijt te raken. Maar bij het ‘afmaken’ koos ik niet de makkelijkste weg.
Daarmee werd ook de teamoverwinning veilig gesteld. Tot slot nog een verslag van Dirk: ” “