WLC 1 is in de wolken
Het heeft even op zich laten wachten, maar WLC had vorige week zaterdag haar lang-verwachte rematch tegen Zuid-Limburg 3 op het programma staan, een combinatieclub van verschillende verenigingen in, nouja, het zuiden van Limburg. Een ploeg die in de middenmoot meedraaide tot nu toe, met veel ervaren spelers, beloofde een stevige strijd teweeg te brengen. Desondanks geen reden om onweerswolken te verwachten boven de Hoeksteen, want ook de onzen waren bepaald niet zwak opgekomen. Er ontspon zich een mooie strijd, waarin de Limburgers hun huid duur verkochten. De volgende spelers traden namens de teams aan:
Rating |
Rating |
||||
2163 |
1965 |
||||
2147 |
1904 |
||||
2148 |
2073 |
||||
2122 |
1990 |
||||
2054 |
1922 |
||||
2131 |
1854 |
||||
2025 |
1931 |
||||
2040 |
1959 |
||||
Gemiddelde Rating: |
2104 |
Gemiddelde Rating: |
1950 |
Als u overigens een verslag uit het Limburgse perspectief wil lezen, kunt u terecht onder volgende link.
Bord 2: Guus Bollen – Tom Vrouenraets
Laten we niet te lang blijven hangen in de bespiegelingen op voorhand, en een blik werpen op de verslagen van de deelnemende spelers. Te beginnen aan bord 2, waar Guus met de witte stukken korte metten maakte met zijn tegenstander:
1-0 voor dus, een prettige start aan de middag dus. Misschien gesterkte door deze kennis, maar ook door de situatie op de andere borden kwam een andere partij vrij vroeg ten einde. Een der betrokkenen schreef er het volgende verslagje over:
Bord 1: Leon de Vries – Sebastiaan Smits
Autofile + autopilot = een wespenremise
Goed gemutst ging ik op weg naar mijn eerste KNSB-partij dit seizoen. Ik nam zelfs een voor mijn doen grote marge van een kwartier om op tijd aan te komen, maar helaas ontstond er door een ongeluk flinke file op mijn route waardoor mijn klok al een kwartier liep toen ik de speelzaal binnenkwam.
Ik mocht met de zwarte stuken aantreden en kwam al vrij snel op bekend terrein, een type stelling die ik met wit ook vaker op het bord krijg. Toen ik vervolgens semi-automatisch mijn plan uitvoerde (even wat tijd goedmaken), vergat ik dat wit een tempo meer heeft die wel van belang was. Mijn tegenstander kon hier van profiteren en kreeg een fijn plusje. In onderstaande stelling, net op het moment dat ik me minder comfortabel begon te voelen door enerzijds de wespen die op het bord vielen en anderzijds mijn positie, bood mijn tegenstander remise aan.
Pion e5 is structureel kwetsbaar, terwijl de witte stelling gezond en actief is zonder zwaktes. Ik ben normaal gesproken niet van de snelle remises, maar deze stellingskenmerken, klok, en de inmiddels gunstige tussenstand (*Gecensureerd door de redactie*) gaf me weinig reden om door te spelen.
1.5-0.5, gelukkig stonden we dus nog steeds voor, en op zich waren de vooruitzichten op de andere borden zeker niet ongunstig, zo ook aan bord 7, waar Rudy zijn jeugdige tegenstander probeerde het vuur aan de schenen te leggen, waarover hij zelf vertelt:
Bord 7: Ties Dumont – Rudy Simons
“Mijn partij had 2 gezichten; Ik kwam redelijk uit de opening (hoewel ik daar persoonlijk ook niet echt tevreden over was, versterking(en) heb ik al gevonden), maar in het vroege middenspel had mijn tegenstander toch wel duidelijk de overhand, heel lang om en nabij +2. Dat is ernstig. Edoch, niet gezwicht zou het sowieso een knokpartij worden. Voordat de partij volledig om zou slaan moest ik eerst nog even door een zeer zure appel heen bijten. (zie diagram)
Dit is de stelling na wit`s 26e zet, nl Dc2-f2. De vis geeft hier al een dik voordeel voor wit van bijna +3 en laat hier als beste zet voor zwart nog 26…f5 volgen met nog steeds +2,5 voor wit. Ik had natuurlijk rekening te houden met de latente dreiging van wit om met Tg4 een dame te winnen als de loper op c8 er niet stond. En wat deed ik na lang denken in een voor m.i. al verloren stelling? Jawel, ik presteerde het hier om 26…T8e7??? te spelen, waarop natuurlijk 27.La6: volgde. Oeps, ff vergeten en meteen een nog dikkere plus voor wit van +5! Na 27…Ld7 en nog een tiental zetten waar hij zijn voordeel compleet uit handen heeft gegeven was de volgende stelling ontstaan:
Wit`s laatste zet was hier 38.Dh4-f2 en toen pas kon ik toeslaan met 38…Th3:! En na 39.Dd2 The3 40. Kh2 T7e4 41.Te4: Te4: 42.Tf4 De5 43.g3 h4 44.Df2 hg3: 45.Kg3: Ph3 gaf hij op. Deze laatste zet verdient nog wel een diagrammetje vind ik 🙂
Een aardige opsteker na het seizoen te zijn begonnen met 2 nullen (waarin ik overigens minstens 1,5 punten verdiend zou hebben. Maar ja, je krijgt niet altijd wat je verdient. Dit keer wel dus, en gelukkig ben ik nu van die hatelijke nul af.
Rudy Simons
P.S.: ergens in het vroege middenspel viel er nog een wesp vanuit het plafond op het bord ergens in het gebied van de velden h7-g7-h6-g6 . Lol”
U leest het, in de hoeksteen tenminste 1 ambacht (schaakpartijen winnen) en 1 ongeluk (wesp valt van het plafond). Hoe dan ook, daarmee stonden we 2.5-0.5 voor. Iets wat overigens uitstekend helpt tegen wespen is een rookwolk, en zoiets trok op een gegeven moment ook over het bord heen bij de volgende partij die we bespreken:
Bord 3: Paul Stuemer – Bas van Doren
Ja, het vuurwerk spatte van het bord in de slotfase van deze partij, die ons al op een voorsprong van 3.5-0.5 bracht iets wat zeker ook gezegd kan worden van het huzarenstukje wat Chiel afleverde tegen zijn zeer jeugdige tegenstander:
Bord 6: Chiel Koster – Akul Gupta
En daarmee waren de punten binnen voor WLC 1, met een voorsprong van 4.5-0.5, en was er geen wolkje aan de lucht. Op de andere drie borden werden daar nog twee halfjes aan toegevoegd, te beginnen met..
Bord 8: Robert Klomp – Barry Breaeken
Aan bord 8 offerde Robert in het middenspel ergens een kwaliteit voor fraai stukkenspel, als een dreigende stapelwolk dreven zijn stukken op de zwarte stelling af. Zijn tegenstander bleek echter een paraplu bij te heben, en wist de boel droog te houden, waardoor remise het slotresultaat was: 5-1. Uw verslaggever was daarna als een-na-laatste klaar, in een spectaculaire partij was er op de kritieke momenten wat regelmatig wat mist bij beide spelers in de complexe stellingen die op het bord kwamen. Ik heb er het een ander over opgeschreven:
Bord 4: Thomas Kools – Sander Bachaus
5.5 – 1.5 dus, en wie goed heeft opgelet tijdens het lezen zal hebben opgemerkt dat er dus een regenwolk boven het bord van Berend heeft gehangen. Een partij met twee notatieformulieren een reconstructie omwille van een zetherhalingsclaim, en bovenal een enorm schaakgevecht. Berend vertelt:
“Ik mocht het opnemen tegen Jan Fober. De opening en het middenspel waren redelijk rommelig, en het eindspel des te meer. Ik dacht het goed gespeeld te hebben en de witte loper en toren in hun hoek te kunnen beperken. Echter maakte ik het in het diagram iets te bont door Pe3? te spelen. Het idee was, het paard richting g4 te bewegen zodat ik met toren schaakjes uiteindelijk de b2 pion kon winnen terwijl ik ook nog c4 dubbel gedekt houd zodat ik het paard aan de rand, indien nodig, weg kon bewegen. Dit is echter allemaal te traag en geeft wit meteen de mogelijkheid om zijn loper uit zijn hoek te halen met Le4!
Zelfs Ld3? (beduidend slechter maar nog steeds voordelig voor wit) illustreert maar hoe misplaatst de zwarte stukken staan na Pe3 (; als cxd3 volgt Th1 en mijn koning ligt onder vuur, in veel lijnen valt uiteindelijk het paard op e3 toch wel). Die kans liet mijn tegenstander zich niet ontnemen en daarmee pakte hij het voordeel door inderdaad Le4 te spelen. Toen was de stelling plots compleet omgeslagen. Wat volgde was een zeer rommelig eindspel waar ik wat praktische kansen probeerde te houden maar ik realistisch al lang compleet verloren stond. Mede onder druk van de klok werden deze stuiptrekkingen van mij wat pijnlijk om aan te zien. Ik maakte de keuze om dan maar een stuk te geven om achter wit zijn b-pion te gaan en zijn koning licht onder druk te zetten. Dat vormde uiteraard geen echt gevaar. Onder druk van de klok was mijn tegenstander uiteindelijk wat aan het rommelen om een geforceerd mat op het bord te krijgen. Tijdens die pogingen leek de stelling wat te herhalen waardoor ik dacht een claim te hebben op driemaal dezelfde stelling. Het bleek echter pas de tweede maal, maar het had wat weg van een stelling die ervoor ook al op het bord stond. In de chaos was mijn tegenstander er ook niet compleet zeker van. Het kan altijd nog erger dan slecht spelen; namelijk in de reconstructie het allemaal nog eens terugzien. Toen mijn tegenstander na het krijgen van een tijdbonus een vork toeliet om eventueel een toren terug te winnen had ik dat niet eens gezien. Toen stond de stelling echter al zo compleet hopeloos dat zelfs dat het resultaat van de partij niet in twijfel getrokken zou hebben: 1-0.”
En dat bracht de eindstand op 5.5-2.5. Een mooie overwinning op een solide tegenspeler, en een belangrijke stap weer op de poging meteen terug te promoveren naar de tweede klasse. Een belangrijke horde volgt komende zaterdag bij de uitwedstrijd tegen een van de sleutelconcurrenten: RSC ‘t Pionneke. Het zal er gaan stormen, later meer!